Allemaal leuk en aardig die theorie, maar nu de praktijk!
Als vervolg op de lezing ‘Looptechniek’, heeft Jisca Docters maandag 27 juni een clinic ‘Loopscholing’ verzorgd bij Atletiek Maastricht, sportpark Jekerdal.
Allemaal leuk en aardig die theorie, maar nu de praktijk!
Als vervolg op de lezing ‘Looptechniek’, heeft Jisca Docters maandag 27 juni een clinic ‘Loopscholing’ verzorgd bij Atletiek Maastricht, sportpark Jekerdal.
Lopen is een cyclische – dat wil zeggen een zich herhalende – beweging. Bij het lopen onderscheiden we een zweeffase en een steunfase. Afwisselend wordt op het linker- en op het rechterbeen gesteund. De volgorde van zweeffase, steunfase van het linkerbeen, zweeffase en steunfase van het rechterbeen zijn weergegeven in het volgende figuur.
We zien hoe bij de steunfase (voet maakt contact met de grond) er sprake is van een voorste en een achterste steunfase. De scheiding tussen voorste en achterste steunfase noemen we het “verticaal moment”. Op het moment dat het verticaal moment bereikt wordt, ligt het zwaartepunt van het lichaam precies boven het punt waar de voeten contact maken met de grond.
Op het verticaal moment gaat tevens bij het andere been de achterste zwaaifase over in de voorste zwaaifase. Kijken we naar de beweging van één been, dan onderscheiden we daarin een steunfase (het been is in contact met de grond) en een zwaaifase (been is niet in contact met de grond). Deze beweging herhaalt zich steeds en daarom spreken we van een cyclische beweging.
Het doel van loopscholing is het verbeteren van de coördinatie, en bewustwording van de verschillende momenten in de looppas. Een optimale looptechniek kan blessures helpen voorkomen, zorgt dat het vermogen efficiënter wordt toegepast, en dat de loopsnelheid wordt verhoogd.
Uiteindelijk doel is dat je coördinatief goed blijft lopen en je makkelijker en netjes gaat voortbewegen.
Copyright © 2025 Atletiek Maastricht